Vraag 4: Vorm en Betekenis

Tot nu toe heb je gekeken naar eigenschappen  van het beeld, zonder je bezig te houden met de vormen en voorstellingen die er mogelijk zijn ontstaan in je schilderij. Wat is er al veel waar te nemen in je schilderij, zonder direct over vorm en betekenis te spreken.

 

Vorm en betekenis

Schilder jij abstract of figuratief, of ergens tussen die twee uitersten in? Weet je van te voren exact waar iets komt te staan aan vormen, of ontstaat het verhaal in je schilderij gaandeweg? Hoe je ook tot een schilderij komt, het gaat er om dat je je verbindt met de vormen vanuit je gevoel en je creatieve laag, niet alleen vanuit het “weten hoe het hoort”. Anders zit je binnen de kortste keren te kijken met ogen op steeltjes, en schakel je je creatieve laag uit. Ook al schilder je iets exact na, dat zegt nog niet direct, dat je daarmee een beeld tot leven wekt.

 


Afstand nemen

Afstand nemen is een kunst op zich. Je kunt het doen, direct nadat je geschilderd hebt. Soms is het zelfs beter er eerst een nachtje over te slapen. Zeker als je figuratief schildert, kijk je snel met een oordeel: "Klopt het wel naar de werkelijkheid?"

Ik raad je aan tijdens het schilderen regelmatig afstand te nemen, zodat je steeds contact houdt met de beeldvorming in je schilderij.

 

Neem als het even kan een paar meter afstand van je schilderij. Draai het schilderij steeds een kwartslag. Kijk naar de vormen die in het beeld zijn ontstaan. Je ogen kijken wijd, alsof je het schilderij voor het eerst ziet, zonder oordeel. Als je gebonden bent aan onder en boven van je schilderij, zul je door het omgekeerd er naar kijken vaak duidelijker zien of er iets aan schort. Is het schilderij richting vrij, dan kan het zijn dat je je opeens veel meer tot een andere stand aangetrokken voelt, en schilder en kijk je vanuit die stand verder.

 


Vragen stellen om jouw verhaal in het beeld te ontdekken:

In de gekozen stand ga je verder met wijd kijken, terwijl je jezelf de volgende vragen stelt:

 

  • Is er een overheersende vorm in je beeld, of zijn er juist heel veel kleinere vormen.
  • Springt er één vorm uit, of zijn ze allemaal even belangrijk.
  • Is er sprake van diepte beleving in je schilderij, of speelt alles zich op het zelfde vlak af
  • Is er in diepte een rangschikking van vormen voor en achter elkaar te zien?
  • Kun je om een voorwerp heen lopen?
  • Kies de voor jou belangrijkste vorm uit, en bekijk hem van dicht bij en van veraf op kwaliteiten die het voorwerp te zien geeft.
  • Als je langer kijkt, wat straalt die vorm dan uit? Is de vorm zacht, ruw, duister, beangstigend, vrolijk? Kies wat bij jou als kwaliteit naar boven komt.
  • Is het een bekende vorm voor jou, die je veel te zeggen heeft? Een metafoor?  Levert het een verhaal op? Neem daar te tijd voor…….Creativi-Tijd
  • Je laat deze vorm weer los, en kijkt opnieuw naar het geheel. Kijk je anders naar het schilderij? Zijn er plekken, die nu minder belangrijk geworden zijn, die zelfs weg mogen? Je kunt je hand voor verschillende stukken houden, om te zien wat er zou gebeuren als je een stuk weg zou laten,  zachter van structuur, lichter of juist donkerder. Of zijn er nu andere vormen, die belangrijker lijken? Stel dan de vorige vragen opnieuw aan deze andere vormen.
  • Welk verhaal komt nu bij je op? Wat ga je doen om dat verhaal zo goed mogelijk te laten spreken in jouw schilderij?

 

Je ontdekt op een gegeven moment waar je aan verder kan werken. Dat is het moment dat je weer verbinding hebt met je werk.

Je hoeft niet alle vragen af te werken voor je weer aan de slag gaat.

 

Podcast

Je kunt de komende dagen oefenen met de vragen over vorm en betekenis. Over twee dagen ontvang je een mail met daar in een link naar een Podcast waarop ik een samenvatting van de vragen heb ingesproken, zodat jij nog gemakkelijker in contact komt met je beeld.


PS: Toegift over het ontstaan van onze kennis over vormgeving

Je ogen zijn slechts doorgeefluik van de vorminformatie die op je netvlies in pixels verschijnt. Onvoorstelbaar veel details worden aan je hersenen doorgegeven. Het grootste gedeelte wordt onbewust verwerkt. Denk maar aan dat je ergens heen bent gefietst, en achteraf niet meer weet wat je precies gezien hebt.

 

Als klein kind leerde je je omgeving al benoemen. Mamma/pappa. Je leerde dat dieren één groep zijn. Mijn zoon noemde ze Paa van paard. Ook vliegen waren een Paa. Tot hij de dieren ging rubriceren en steeds gespecificeerder leerde benoemen. Zo ging dat bij jou ook.

 

Maar het gevaar is, dat je alle vliegen vlieg noemt en eigenlijk niet meer ziet hoeveel soorten vliegen er eigenlijk bestaan en hoe ze er uit zien. Ze vallen onder de rubriek (vieze, lastige) vlieg. Ooit wel eens een dikke vlieg met aandacht bekeken? Alle soorten wolken zijn een wolk, alleen heel opvallende wolken neem je nog waar. Google maar eens op wolk afbeeldingen en je zult ontdekken wat er allemaal onopgemerkt aan je voorbij gaat.

 

Een metallic blauwgroene, behaarde vlieg op het witte bloemenscherm van een Berenklauw
Foto van Nico Zonneveld, mijn vader, die mij leerde waarnemen

Als je vastloopt in de vormgeving van iets wat je wilt schilderen, ga dan op onderzoek uit. Want het betekent dat je iets na de rubricering in het verleden weinig aandacht hebt gegeven. Zoek plaatjes op of nog liever, ga het in het echt bekijken. Waar komen de poten uit de rug van een dier? Hoe zijn de lichaamsverhoudingen van een mens, hoe is de bolling van een lepel?

 

Je komt ogen te kort, als je de wereld zo tegemoet gaat. En je zult merken, dat als jij je onbewuste voedt met echte waarnemingen, je minder moeite hebt met schilderen van de vormenwereld om je heen.